Pups en vroegtijdig het nest verlaten

We zien vaak pups die het nest vroegtijdig hebben verlaten. Wat is vroegtijdig, is dat verstandig en nog belangrijker om te weten, het waarom.

Kleine pups zijn schattig en zo aandoenlijk, het liefst willen we zo vroeg mogelijk bij ons houden. Maar is dat verstandig om een pup voor 8 weken uit een nest te halen?

Nee, eigenlijk niet. Vaak hoor je, tja we waren van plan de pup met 8 weken de pup op te halen maar de fokker belde met 6 weken dat we maar moesten komen ophalen want moeder was ze zat. Of we hebben haar gevonden, ze is geschat op 3 weken.

Nestweken zijn van groot belang voor een evenwichtige uitgroei van je hond. Zowel lichamelijk als geestelijk hebben ze tijd nodig om klaar te zijn om alleen de wereld in te trekken.

De eerste paar weken na een geboorte gebeurd er heel veel in de ontwikkeling van een pup. Iedereen is wel bekend met de fases van drinken, slapen, oogjes en oortjes open enz. De lichamelijke stappen die een pup doormaakt. Minder wordt er gekeken naar de emotionele groei en de fases die een nest doormaakt.

De eerste weken is rust en regelmaat belangrijk. Mama verzorgt ze en als mens ben je wel aanwezig maar een beetje op de achtergrond. Normaal gesproken regelt mama de boel en hoef je alleen maar 1 a 2 x per dag te checken of de pups aankomen in gewicht en in goede gezondheid verkeren. Een pup ervaart het oppakken als licht stressvol, maar omdat het maar 1 a 2 keer per dag gebeurt kan het geen kwaad. Deze weken is dat voldoende. Te veel pakken of al laten oppakken en knuffelen door bezoek of de aanwezige kids is heel verleidelijk maar niet aan te raden, de pups zijn nog erg kwetsbaar en gevoelig voor bacteriën. En, niet minder belangrijk, ze raken snel overprikkelt.

Pas einde week 3, begin week 4 is het qua socialisatie nuttig om dit te doen. Uit onderzoek is gebleken dat contact met mensen in week 4 een gunstig effect heeft mits het gedoseerd gebeurt.

Tot en met week 7 is het zenuwstelsel in aanmaak. Met een moeilijk woord noemen we dit myelinisatie van het zenuwstelsel. Er vindt een proces plaats waardoor het zenuwstelsel volgroeit en de impulsen die binnenkomen verwerkt kunnen worden in hapklare informatie. Mylline is een vettige stof die helpt bij snelheid van overdracht van informatie en daarnaast zorgt dat informatie niet overspringt naar delen van het zenuwstelsel waar het niet voor bedoeld is.

Uit onderzoek blijkt dat dit proces alleen plaatsvindt in groepsverband, dus in aanwezigheid van mama, broers en zussen. Wordt de pup vroegtijdig uit het nest gehaald stopt het proces en die gevolgen kunnen groot zijn. De plekken waar het proces niet voltooid is worden opgevuld met bindweefsel en geven signalen niet meer goed of helemaal niet meer door. Vaak zie je door dit proces dat de pups zich tot 8 maanden/ puberteit vrij normaal ontwikkelen, en daarna extreme agressie (of soms angst) ontwikkelen. In feite kan hij binnenkomende informatie niet goed verwerken en reageert dan voornamelijk met agressie. Maar wat zien we dan voor afwijkend gedrag? Ze kunnen extreem angstig worden voor mensen, objecten of situaties. Dit kan gepaard gaan met fikse agressie. De honden lijken zich slecht te kunnen herstellen en situaties niet goed te kunnen inschatten. Bijvoorbeeld bezoek, vreemd bezoek wordt agressief of angstig ontvangen, het duurt lang voor dat hij mensen herkent of rustig wordt in de situatie. Bezoek dat dan even het toilet bezoekt wordt alsof het voor het eerst binnen komt opnieuw met agressie benaderd. Ze lijken niet goed te kunnen schakelen op de situatie. Ik heb honden ontmoet die het voornamelijk naar bezoek deden maar ook naar eigen familie die in het donker thuis kwamen of die in een korte broek naar boven gingen en in een lange broek weer beneden kwamen. Honden die vol agressie op me afschoten om toe te happen en ondertussen hun anaalklieren leegden van angst. Honden die uiteindelijk rustig werden maar weer volledig doorsloegen bij het verschuiven van de stoel of na een toiletbezoek. Honden die extreem angstig waren voor de wind of voor wapperende bladeren. Allen stuk voor stuk honden die te jong uit het nest gehaald waren. Ik zeg hier niet dat elke pup die te vroeg weggaat zich per definitie zo ontwikkeld, gelukkig niet, maar we zien wel vaak afwijkend gedrag bij honden die te vroeg uit het nest zijn gegaan. Meer dan bij pups die keurig tot 8 weken samen zijn gebleven. Alleen dit gegeven zou al belangrijk genoeg moeten zijn ze samen te laten. Het zorgt voor een emotioneel stabiele pup.

Maar komt dat dan door dat niet voltooide zenuwstelsel? De kans is zeer groot is uit onderzoek gebleken. Natuurlijk zullen andere factoren ook mee spelen maar geef ze de beste start die jij ze geven kan en laat ze tot die 8 weken lekker bij elkaar. Om die reden ben ik dan ook geen voorstander om moederloze nestjes op te splitsen. Natuurlijk is het voor een foster een stuk minder werk als je maar 2-3 puppen te voeden hebt maar we weten niet goed wat het met ze doet. Dat is de reden dat ik altijd het totale nest heb gefosterd en nooit 1 of 2 als er meerdere pups waren. De eenlingen die ik heb grootgebracht zijn allen een beetje “wereldvreemd”. De een “erger” dan de ander maar opmerkelijk zijn ze zeker 🙂 De meest wereldvreemde hondjes zijn uiteindelijk terug gekomen en hier gebleven.

Maar er gebeurt in die tijd nog meer. Rond week 5-6 gaat mama de pups afspenen, het langzaam stoppen met de pups laten drinken op verzoek. Ze gaat steeds minder toestaan dat de pups elk moment van de dag mogen drinken en leert de pups over te stappen op vast voedsel. Dit heeft een belangrijke invloed op de ontwikkeling van de pup. De pup leert met stress omgaan en leert grenzen. Dit afspenen word helaas al te vaak begrepen als “mama is de pups zat”. Omgaan met stress en grenzen is zo bepalend voor het verdere verloop van zijn ontwikkeling. Een hond die niet om kan gaan met verandering zal altijd stress en angst hebben. Wij kunnen die rol als moeder nooit evenaren.

Mama leert ze spelen en nog belangrijker, grenzen in het spelen en in het bijten. Ze leert de pups op een juiste manier te reageren op een correctie. Ook het spel van de pups onderling kan soms vrij ruig zijn maar ook daarmee leren ze van elkaar grenzen. Mama neemt iets vaker afstand van de pups en leert ze zo dat de wereld zonder haar niet vergaat. Het drinken wordt meer een sociale aangelegenheid en steeds minder een voedselvoorziening. Wat ik toch wel heel mooi vind om te zien is dat het nestsulletje meestal tot een latere leeftijd dat de rest dat sociale slokje nog even nemen mag. Ook dat zal zijn redenen hebben voor zijn ontwikkeling, denk ik.

In de ontwikkeling van een nest met pups gebeurt niets zonder reden. Vanaf einde week 7/ begin week 8 is de pup klaar om mee te gaan naar zijn eigen plek. Voor die tijd is het om deze redenen ongewenst om ze uit het nest te halen. Natuurlijk is de socialisatie in een huishouden, met mensen en omgevingsfactoren nog steeds heel erg belangrijk. Een pup opgegroeid zonder prikkels van buitenaf zal een schuwe pup zijn. Dit mag zeker niet vergeten worden. Maar ik denk wel dat we veel gedragsproblemen kunnen voorkomen door aan alle randvoorwaarden te voldoen. Dus en het voldoen aan de juiste socialisatie voorwaarden en het groepsverband en zijn processen.

©Rescueracao 2020